SV | En hij zeide tot hem: Ik ben ook een profeet, gelijk gij, en een engel heeft tot mij gesproken door het woord des HEEREN, zeggende: Breng hem weder met u in uw huis, dat hij brood ete en water drinke. [Doch] hij loog hem. |
WLC | וַיֹּ֣אמֶר לֹ֗ו גַּם־אֲנִ֣י נָבִיא֮ כָּמֹוךָ֒ וּמַלְאָ֡ךְ דִּבֶּ֣ר אֵלַי֩ בִּדְבַ֨ר יְהוָ֜ה לֵאמֹ֗ר הֲשִׁבֵ֤הוּ אִתְּךָ֙ אֶל־בֵּיתֶ֔ךָ וְיֹ֥אכַל לֶ֖חֶם וְיֵ֣שְׁתְּ מָ֑יִם כִּחֵ֖שׁ לֹֽו׃ |
Trans. | wayyō’mer lwō gam-’ănî nāḇî’ kāmwōḵā ûmalə’āḵə diber ’ēlay biḏəḇar JHWH lē’mōr hăšiḇēhû ’itəḵā ’el-bêṯeḵā wəyō’ḵal leḥem wəyēšətə māyim kiḥēš lwō: |
En hij zeide tot hem: Ik ben ook een profeet, gelijk gij, en een engel heeft tot mij gesproken door het woord des HEEREN, zeggende: Breng hem weder met u in uw huis, dat hij brood ete en water drinke. [Doch] hij loog hem.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hij zeide tot hem: Ik ben ook een profeet, gelijk gij, en een engel heeft tot mij gesproken door het woord des HEEREN, zeggende: Breng hem weder met u in uw huis, dat hij brood ete en water drinke. [Doch] hij loog hem.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!